Erfgoeddrager: Dajo

‘Van de buren heb ik geweldig leren vloeken!’

Truus Grondsma (79), was pas twee jaar toen de oorlog begon en heeft de Hongerwinter in Leeuwarden doorgebracht. Voor haar oude huis en met de foto’s van haar tante vertelt ze haar kleinzoon Daniël en Ranillie, Nina en Dajo van de Rosa Boekdrukkerschool over de laatste straat van de stad.

Hoe was het in de oorlog?
De straat was heel rustig, behalve wanneer buren verderop ruzie hadden. Die kwamen uit de Jordaan en die konden me toch vloeken! Achter onze tuin hield de stad op. Door de schutting kwamen we in een gigantische zandbak terecht. Ik liep ook een keer met mijn vader op de weg, waarschijnlijk om eten te halen bij de boeren, toen er een Duitse legerjeep aankwam. We doken snel langs de kant van de weg, dat was best wel eng.

Had u last van de Hongerwinter?
In de zomer van 1944 gingen we bij mijn Pake (Opa) op bezoek in Leeuwarden en uiteindelijk zijn we daar gebleven. Ook daar kon je soep bij de gaarkeuken halen, maar er zat vast meer in dan hier in Amsterdam. Ik had hongeroedeem op mijn ellenbogen en knieën en wanneer de zweren open gingen stonk dat verschrikkelijk. Bij Pake stond een tarwekist, daarin hadden muizen een nest gemaakt met papier uit mijn schoolschrift. Alleen mijn vader ging af en toe terug naar Amsterdam naar de sigarenzaak, daar zat een joods gezin ondergedoken. De mensen in de straat moeten voor ze hebben gezorgd, dat kan niet anders. Vader heeft zelfs nog eten vanuit Leeuwarden naar de buren gestuurd.

Wat veranderde er tijdens de oorlog?
Er is iets van een bom gevallen in de straat, maar dat herinner ik me niet meer, ik was te klein. In Leeuwarden waren razzia’s om mannen op te pakken om in Duitsland te gaan werken, aan de achterkant zagen we de mannen via de dakgoot naar andere huizen ontsnappen. Vader had een verstopplek in het huis van pake. Toen er Duitse soldaten kwamen zoeken, zat vader daar verstopt. Ik begon te huilen en zei: “Ze komen mijn vader halen”. De soldaat verstond het niet en mijn moeder vertaalde, dat ik huilde omdat mijn pake ziek was. Toen hij weer weg was, legde mijn moeder uit dat ik dat nooit meer mocht zeggen. Toen heb ik eigenlijk jaren niks meer gezegd. Voor de oorlog had mijn vader in Duitsland gewerkt, hij sprak dus uitstekend Duits. Toen hij toch een keer op straat was opgepakt heeft hij zich er met zijn goede Duits uitgekletst en stond hij opeens weer voor de deur.

Fotografie: Shirley Brandeis

Ging u ook feestvieren toen de oorlog voorbij was?
Leeuwarden is net als Amsterdam door de Canadezen bevrijd, ze deelden koekjes en chocola uit. En er was overal feest. Ik weet ook nog dat ik voor het eerst een banaan kreeg net na de bevrijding, ik vond dat maar raar smaken. Ook wel grappig is het briefje dat ik vond van de schoolinspectie van februari 1946. Daarin stond dat ik klompen of schoenen moest hebben of dat ik anders niet meer naar school toe mocht.  Ik weet niet waarop ik naar school ging, maar vast niet op blote voeten in februari!

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892