Erfgoeddrager: Clarisse

‘Meubels verkopen in de oorlog’

Wij zijn Ruben, Anne en Clarisse, 11 en 12 jaar oud. We interviewden mevrouw Abbenhues. Zij woonde met haar ouders en vijf broers en zussen aan de Overtoom. Eén van haar broers moest verplicht gaan werken in Duitsland. “De geschiedenis en de politiek kun je uit de boekjes leren, ik zal jullie vertellen hoe ik de oorlog zelf ervaren heb,” zei mevrouw Abbenhues tegen ons. En dat deed ze ook.

Wat vond u van de oorlog?
“Ik was kind, de oorlog was voor mij wel avontuurlijk. Ik hoefde niet naar school, want ons schoolgebouw werd gebruikt door Duitse soldaten. En ik herinner me dat mijn broer en zuster naar de boeren gingen om aan eten te komen. Dan kwamen ze thuis en toverde mijn zuster allemaal spullen uit haar kleding. Uit haar haren kwamen uien tevoorschijn. Dat vond ik prachtig als kind. Alleen als het luchtalarm loeide werd ik bang. Dan moest je gauw je jas pakken en naar de schuilkelder. Twee mannen stonden bij de ingang, die lieten vrouwen en kinderen als eerste naar binnen. Ik raakte dan altijd in paniek: straks valt er een bom en staat mijn vader nog buiten en gaat hij dood! De hele tijd bleef ik goed opletten of mijn vader er nog wel bij zou kunnen. En als dan eindelijk de deur open ging, en de papa’s binnenkwamen, daalde een rust over mij neer.. Laat nou de bommen maar vallen, dacht ik dan.”

Hoe heeft uw gezin het hoofd boven water gehouden tijdens de oorlog?
“We hadden het niet breed en mijn vader besloot een winkel te beginnen in tweedehands meubels. Daar was veel vraag naar, want je kon in de oorlog helemaal niets nieuws kopen. Mijn vader was heel handig, hij kon de oude meubels prachtig opknappen. De eerste meubels die verkocht werden in die winkel waren uit onze eigen inboedel. Al onze meubels zette hij in de etalage. Dat vond ik een heel raar gezicht. Binnen een halve dag was alles verkocht. Een periode hebben we toen op de grond geleefd, op het tapijt. Maar de zaak liep goed en na een half jaar hadden we weer mooie meubels in huis. Dankzij die winkel is niemand in ons gezin van de honger omgekomen.” 

Bent u in de oorlog mensen kwijt geraakt? 
“Een broer van mij werd aan het begin van de oorlog opgepakt en moest in Duitsland werken. Jarenlang hoorden we niets van hem. In 1949 kwam een vriend van hem bij ons aan de deur, met wie hij in Duitsland had samengewerkt. Hij vertelde ons dat mijn broer was omgekomen. Mijn moeder trok helemaal wit weg en weigerde het te geloven. Pas toen hij foto’s liet zien van mijn broer geloofde ze hem. Ik was toen zeventien. Mijn broer was toen al zo lang weg dat ik me hem nauwelijks herinnerde. Ik was vooral erg onder de indruk van die vriend die het trieste bericht kwam brengen. ‘Wat een mooie man!’ dacht ik en werd op slag verliefd. We zijn getrouwd en hebben samen kinderen gekregen, en later kleinkinderen.”

Mevrouw Abbenhues
Tijdens het interview

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892