Erfgoeddrager: Cheikh

‘Waar nu het Bredero Lyceum en de nieuwe Havo staan, stond toen het clubgebouw van de Jeugdstorm.’

Ruud Has woonde tijdens de oorlog aan de Varenweg. Bij de bombardementen in 1943 is bijna heel de straat weggevaagd. “Mijn vriendje woonde op nummer 3, en die heeft het toen niet overleefd”, vertelt hij. Het is een gek idee dat als Ruud Has toen niet op vakantie was geweest, hij waarschijnlijk zelf ook zou zijn omgekomen.

Hoe voelde u zich toen u hoorde dat uw vriendje het bombardement niet had overleefd?
“Dat besef kwam pas heel laat. Mijn vader had besloten dat ons gezin wel een kleine vakantie had verdiend, dus wij gingen op de fiets naar onze oom en tante in Breezand. Een paar dagen later kregen we een telegram met het bericht dat we terug moesten komen omdat de Varenweg plat lag. Mijn ouders gingen meteen terug, maar ik bleef nog even bij mijn oom en tante. Ik kreeg ineens vreselijk veel last van heimwee en wilde graag naar huis. Toen ik een paar dagen later in Amsterdam kwam, kon ik mijn ogen niet geloven. De Varenweg lag in puin. De huizen naast ons waren getroffen en ons huis was omhoog gevlogen, onze piano hing in de bomen aan de overkant van de straat. Ik besefte me nog niet dat mijn vriendje daar ergens was doodgegaan.”

Wat vond u als kind van de NSB?
“Ik liep vroeger vaak over de Buiksloterweg, en op de plek waar nu de Nieuwe Havo staat, stond toen het clubgebouw van de Jeugdstorm, de jeugdafdeling van de NSB. Zij liepen in strakke, blauwe uniformen, en hadden blauwe petten op met een oranje binnenkant. Ik weet niet hoe vaak ik op de dijk heb zitten kijken naar die mensen. Ik vond die uniformen zo prachtig. Als klein jongetje wist ik helemaal niet dat het een ‘verkeerde’ club was. In de Wingerdschool naast ons huis, nu de Klimopschool, werden mensen gevangen gehouden. Meestal waren dat ongehoorzame Duitse soldaten. Op ons schuurtje werd prikkeldraad gespannen, zodat de gevangenen niet via onze tuin konden ontsnappen.”

Hoe ging het met u in de Hongerwinter?
“Tijdens de Hongerwinter woonden wij niet meer in Amsterdam-Noord, maar in de Pijp. We hadden een woning toegewezen gekregen die van een gedeporteerde Joodse familie was geweest. Ik ging een keer met een emaillen pannetje eten halen, maar thuis struikelde ik en het pannetje viel kapot. Het eten zat vol met scherven, waarop mijn ouders besloten dat we het niet konden opeten.”

Fotografie Mirjam Schut

Bekijk ook de video van dit interview

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892