Erfgoeddrager: Brihan

‘Het verzet had allemaal verstopplekken gemaakt in ons huis’

Carla Kaplan-Gobitz zat ondergedoken in haar eigen huis, samen met haar familie. Ze verloor haar vader, zussen en broer in de oorlog. “Je mocht natuurlijk nooit buiten spelen, want dan wisten andere mensen wie je was.”

Hoe kon u onderduiken in uw eigen huis?
“Het verzet had allemaal verstopplekken gemaakt in ons huis en dat werkte zo goed dat er steeds meer onderduikers bij kwamen. Sommigen van hen hadden eerst in een rioolbuis verstopt gezeten. Ik vond het onderduiken vreselijk. Iedereen was bang, en ik kon niet spelen. Je mocht niet de gordijnen open doen. Je moest heel stil zijn, want het moest net lijken alsof er niemand woonde in dat huis. Als we de trap opgingen, moesten we heel zachtjes lopen. En we woonden in een bocht in de Vegastraat. Dus als er een auto langs ons huis reed, dan moest hij afremmen in die bocht. Elke keer stond ons hart bijna stil. Als de auto zou stoppen, dan zou het alleen maar voor ons zijn, om ons uit huis te halen. Dan waren we verraden. Die angst was er altijd. Elke dag. Elke nacht. Een keer werd er bij ons aan de deur geklopt, rond Sinterklaastijd, maar niemand durfde open te doen. Toch is mijn moeder toen gaan kijken en ze kwam terug met een zak vol aardappelen, boerenkool en een varkensworst. Ondanks dat Joodse mensen eigenlijk geen varkensvlees eten, hebben we meteen alles opgegeten.”

Kende u NSB’ers?
“Na de oorlog ben ik verpleegster geworden en toen kreeg ik een collega: Liesje. Haar ouders waren heel fout geweest in de oorlog. Na de oorlog moesten ze naar een kamp omdat ze zulke nare dingen hadden gedaan. Liesje kon het leven niet meer aan. Op een gegeven moment is ze uit het raam gesprongen. Ze kon niet verdragen wat haar ouders hadden gedaan.”

Wat heeft u het meest gemist in de oorlog?
“Vrijheid. Om naar buiten te gaan. Om te spelen. Om met mensen te praten. Om je niet te moeten verstoppen. Vrijheid is heel belangrijk. Vrijheid om te zeggen wat je wilt, zonder te kwetsen. Om te zijn wie je wilt, zonder dat je het opdringt aan de ander. Het woord ‘vrijheid’ is heel belangrijk. En ik denk dat vrijheid nog altijd zo belangrijk is, omdat er niets is veranderd na die oorlog. Er is nog steeds zoveel onvrijheid in de hele wereld.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892