Erfgoeddrager: Blen

‘Familieleden bij het verzet en de NSB ’

Mevrouw de Ruyter vertelde ons over haar familie die bij het verzet zat, terwijl andere familieleden bij de NSB zaten. Dat zorgde voor een erg spannende oorlogstijd. Ze woonde aan het randje van de Jordaan, in de Marnixstraat.

Heeft u de Hongerwinter meegemaakt?
“Ja, maar ik heb geen honger gehad. Mijn vader werkte buiten Amsterdam en ging dan langs de boeren. Als hij thuis kwam, had hij altijd wel iets in zijn stukkenzakje, een soort zakje voor over de schouder. Mijn vader werkte namelijk in een sloperij, waardoor hij aan hout kon komen wat hij vervolgens weer kon ruilen tegen eten. Natuurlijk houd je wat tekort aan vet enzovoort, maar slecht hadden wij het echt niet. Ik kan me nog herinneren dat ik met mijn moeder naar het centrum ging vanuit de Marnixstraat. Toen liepen we door de Prinsenstraat. Over een van die grachten kwam een jongen aangefietst met een grote vierkante mand voorop zijn fiets. Daar zaten dus etenswaren in want het was de slagersjongen. Die hebben de mensen op straat toen geplunderd, ook mijn moeder.
Ik heb één keer van mijn moeder verschrikkelijk op mijn donder gekregen omdat ik van de moeder van een vriendin een stuk suikerbiet had gekregen en die had ik toen heerlijk op straat opgegeten. Ik kreeg toen op mijn donder omdat die mensen wel honger hadden en ik niet dus had ik nooit die biet mogen aannemen.”

Heeft uw familie bij het verzet gezeten?
“De familie van mijn moeder heeft bij het verzet gezeten maar wat zij deden, mochten zij niet zeggen. Daarbij zaten een oom en tante aan de kant van mijn vader bij de NSB. Daarbovenop hadden wij ook nog eens drie Belgische dwangarbeiders die onderdoken in ons huis. Zij waren in dezelfde Duitse fabriek als mijn broer aan het werk gezet maar ze waren ontsnapt door onder een Duitse trein naar Nederland te gaan hangen en kwamen zo bij ons thuis aan. Het gekke was dat toen mijn broer terugkwam in Nederland en die jongens ontmoette, hij ze helemaal niet herkende! Mijn familie van mijn vaders kant heeft al die tijd geweten dat wij die jongens in huis hadden. ‘Als je in je eentje de onderduikers had geholpen, hadden we je verraden. Maar vanwege je vrouw en kinderen hebben wij het niet gedaan,’ dat schijnt mijn oom toen tegen mijn vader te hebben gezegd.”

Wat vond u het ergste wat u gezien heeft?
“Ik heb een vliegtuig neer zien storten op de Veldweg. We waren toen met ons hele gezin in ons volkstuintje aan de Spaarndammerdijk. Mijn vader en mijn broer hebben toen boven op het dak gestaan en hebben gezien dat het vliegtuig werd neergeschoten. De Engelse piloten die toen aan de parachutes hingen, werden in koele bloede neergeschoten. Dat soort dingen zag je toen gelukkig nooit midden op straat gebeuren, dat was de enige keer dat ik zoiets heb gezien.” 

Mevrouw De Ruyter-Burger

Tijdens het interview

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892