Erfgoeddrager: Alliyah

‘‘Ik ben de oorlog in gegaan met twee Joodse vaders’’

Wij zijn Alliyah (10), Ian (11) en Vinnie (11) van de Brede School Annie M.G. Schmidt en wij hebben Max van den Berg geïnterviewd. Max was dertien toen de oorlog begon en woonde tijdens de bezetting in de Kinkerbuurt in Oud-West. Hij is het kind van een christelijke moeder en een joodse vader.

 

Uit wat voor een familie komt u?
‘Ik had twee vaders, omdat mijn ouders gescheiden waren en mijn moeder hertrouwd was. Mijn beide vaders waren Joods en werkten in de diamantfabriek van Asscher in de Tolstraat in Amsterdam. Ik heb altijd goed contact gehouden met mijn eerste vader, totdat hij moest onderduiken. Hij kwam op 22 juni 1941 afscheid nemen in de De Clercqstraat. Ik herinner me die dag nog goed. Zelf zat ik in het verzet. Het was heel gevaarlijk, maar als je veertien bent denk je daar niet over na. Ik heb ook meegedaan aan de Februaristaking van 1941. Ik vond het niet juist dat onze joden werden meegenomen. We zijn niet allemaal gelijk, maar we zijn wel allemaal gelijkwaardig. Daarom blokkeerden mijn vrienden en ik de trambaan met schooltassen. Van de directeur van de school moesten we weer naar binnen, maar dat deed ik niet.’

 

Was het gevaarlijk om joodse familie te hebben?
‘Mijn tweede vader werd opgepakt en naar de rechtbank gebracht omdat hij in het verzet zat. Mijn oom, tante en neefje waren bij ons ondergedoken omdat zij joods waren. Zij zijn verraden, opgehaald en nooit teruggekomen. Mijn tweede vader mocht uiteindelijk naar huis, maar hij moest wel dwangarbeid op Schiphol verrichten. De Nazi’s wilden niet dat er nog joodse kinderen geboren zouden worden, daarom moest mijn tweede vader gesteriliseerd worden. Uiteindelijk is dat nooit gebeurd. Dokters die ook in het verzet zaten hebben daarvoor een valse verklaring uitgegeven.’

 

Heeft u na de oorlog uw echte vader weer gezien?
‘Ik had geen idee waar hij was ondergedoken, omdat hij dacht dat het voor mij veiliger was als ik het niet wist. Toen de oorlog voorbij was ging ik naar het station om te kijken of hij op de lijst stond van mensen die teruggekeerd waren uit de concentratiekampen. Mijn vader stond er niet op en daarom dacht ik dat hij in één van de kampen overleden was. Twee jaar geleden kreeg ik te horen wat er echt met mijn vader was gebeurd. Het bleek dat hij nooit is opgepakt. Hij had in Nijmegen ondergedoken gezeten in de meubelwinkel van zijn nieuwe vrouw. Na de bevrijding van Nijmegen in 1945 schoten de Duitsers vanuit Arnhem met granaten op de stad, waardoor mijn vader gewond raakte terwijl hij schuilde in de kelder. Twee dagen later overleed hij in het ziekenhuis. Ik ontdekte ook dat mijn vader in Nijmegen begraven ligt. Over twee weken gaan we voor het eerst kijken bij zijn graf. Het heeft 68 jaar geduurd voordat ik wist wat er met mijn vader was gebeurd. Ik kreeg koude rillingen toen ik het verhaal hoorde.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892