Erfgoeddrager: Adisan

‘Het fusilleren deed me als klein kind aan cowboyfilms denken’

Monden vallen open bij binnenkomst in de Osdorpse woning van Bep Zijlstra. Tahir, Tobiasz, Nilay en Adisan van de Meidoorn zijn diep onder de indruk van de vele dierenbeeldjes (“cutiness too high!” blijkt een typische tieneruitspraak vandaag de dag) en ingelijste puzzels. Tel daarbij op de warme chocolademelk met slagroom en cake en de jongens zijn voldoende op hun gemak om aan een zeer serieus onderwerp te beginnen.

Hoe vond u de oorlog?
Verschrikkelijk. In het begin viel het mee, want er was nog te eten en eten is het allerbelangrijkste, hè. Maar op het laatst was er helemaal niks meer. Mijn moeder ging op een fiets met houten banden naar de boeren in Friesland om ons linnengoed te ruilen voor eten. Wij sliepen dan onder kriebelende dekens, zonder lakens. Ik vind het zo dapper wat mijn moeder, met zes kinderen, heeft gedaan om ons te eten te geven. En ze was altijd vrolijk! Terwijl mijn vader negen maanden lang van huis was, nadat hij was opgepakt door de Duitsers. We wisten niet waar ie was en of ie nog leefde. Maar onderweg was ie uit de trein gesprongen toen die even stil stond. Hij brak zijn enkel, maar wist toch weg te vluchten. Bij een boerderij, waar gelukkig aardige mensen woonden, mocht ie blijven en ging hij op het land werken. Al die tijd liet ie niks van zich horen, want hij wilde niet dat wij iets wisten. Stel dat we door de Duitsers gemarteld zouden worden om te praten. Het was beter dat we van niets wisten.

Waren het lange jaren?
Voor mijn moeder waren het ellenlange jaren, ja. Als kind maken de gebeurtenissen minder indruk op je. Aan het eind van de Witte de Withstraat heb ik gezien hoe mannen op een rij gefusilleerd werden. Dat was erg, maar ik was zo klein en kende cowboyfilms, dus daar vond ik het op lijken. Later besef je wat je hebt gezien. Wel wist je dat je sommige dingen maar gewoon moest doen. Naast ons was een slager. Mijn vader regelde stiekem vlees van de boeren, maar dat moest dan niet bij de slager zichtbaar liggen. Het vlees stond bij ons, in koffers verstopt. Als Duitse soldaten huiszoekingen kwamen doen, deden we snel een kleedje over de koffers en gingen we met een poppenserviesje erop spelen. Mijn moeder kon goed acteren en sprak op zielige toon: ‘wat moeten jullie hier nu zoeken, er is niks…’ Intussen had mijn vader, die ze wilden hebben om te werken in Duitse fabrieken, zich in de binnentuin verstopt. Een keer stond ie net in z’n onderbroek toen de Duitsers kwamen. Rende hij in z’n onderbroek de binnentuin in!

Wat was het ergste dat u meemaakte in de oorlog?
Voor mij was het niet heel erg allemaal. Allereerst was ik dus klein en daarnaast kwam ook mijn vader uiteindelijk weer thuis. Die stond op een dag, aan het eind van de oorlog, voor de deur! Na de oorlog kwam ook opeens de broer van mijn moeder, oom Gerard, weer langs. Die had in een gevangenis gezeten, omdat ie weigerde te werken voor de Duitsers. Hij was heel mager en wij kinderen vonden hem zielig. Hij vertelde een vreselijk verhaal. Over een rondje dat de gevangen mannen moesten lopen. Een soldaat poepte dan in het midden en een andere floot opeens. Wie dan op een bepaalde plek in de kring stond, moest die poep opeten. Mijn oom heeft dat gelukkig nooit moeten doen, maar hij liep wel mee. Na de oorlog is ie van alles wat ie heeft meegemaakt gek geworden in zijn hoofd.

Vindt u het moeilijk dit te vertellen aan ons?
Nee, ik vind het juist fijn! Deze verhalen moeten doorgegeven worden. Hopelijk gebeurt het dan nooit meer. En weet je, niet alle Duitsers wilden die oorlog. Tegen ons kinderen waren ze vaak heel lief. Het waren jongemannen, sommigen hadden zelf kleine kinderen. Ze werden ook maar gestuurd en moesten vreselijke dingen doen, zoals die mensen doodschieten. Zo niet, werden ze zelf doodgeschoten.  Dus fijn dat jullie willen luisteren. Als mijn generatie er niet meer is, kennen jullie de verhalen. Dat duurt nog wel even, want ik ben van plan 100 te worden!

De kinderen bewonderen het huis van Bep Zijlstra (Brandeisfotografie)
En dan is er lekkers (Brandeisfotografie)
Heel veel vragen (Brandeisfotografie)

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892