Erfgoeddrager: Aboubakar

‘Ik moest mij melden in Duitsland. Maar ik ging niet’

Wij zijn Orhan, Aboubakar en Sana en wij interviewden Joop Kool, die 21 jaar was toen de oorlog begon. Hij is nu al 96 jaar. In de oorlog was meneer Kool soldaat. Hij liet ons een oude brief zien die hij in de oorlog kreeg, en die hij al die jaren heeft bewaard. In die brief werd hij opgeroepen om in Duitsland te gaan werken. Maar hij is niet gegaan.

 

Wat moest u in het leger doen?
”Toen de oorlog uitbrak, werd ik als soldaat overgeplaatst naar Den Helder. Vijf dagen vochten we, voordat Nederland zich overgaf. Samen met de andere soldaten werd ik toen krijgsgevangene van de Duitsers. Mijn geweer werd afgepakt en in de gracht gegooid.
Pas na een paar maanden werd ik vrijgelaten. Toen ik thuis kwam, lag er een brief voor mij. Ik moest mij melden in Duitsland. Maar ik ging niet, ik wilde niet. Ik ben in Sloten gebleven, bij mijn ouders. Ik moest daarom heel voorzichtig zijn, want de Duitsers mochten mij niet vinden. Ik kende twee mannen die in het verzet zaten. Aan hen vroeg ik of ze mijn naam uit het bevolkingsregister wilden halen. Daardoor kreeg ik nooit meer een oproep om in Duitsland te gaan werken. Volgens het bevolkingsregister bestond ik niet meer.”

Hoe kwam u in de oorlog aan eten?
”Mijn ouders hadden een slagerij. In ruil voor tarwe of aardappelen slachtte mijn vader de dieren voor de boeren. En wij ruilden dat dan weer voor andere dingen. Hier in het dorp had niemand honger, omdat we alles met elkaar ruilden. Ook dropten de Amerikanen voedselpakketten op Schiphol. In blikken en cementzakken zat van alles: biscuit, worst, chocolade. Mijn vader hielp met het verzamelen daarvan.
Pas in de laatste winter van de oorlog werd het moeilijk. Er waren geen dieren meer om te slachten, en mijn ouders hadden daardoor niets meer om mee te ruilen. Daarom ging ik werken bij een groenteboer. Hij had nog steeds groenten”.

Waren er ook Duitsers in het dorp?
“Het schoolgebouw werd door de Duitsers ingenomen. Op het schoolplein stonden tenten en paarden, en om de school heen bouwden de Duitsers een dikke muur. Alleen in de school was nog stroom, want de Duitsers draaiden in de rest van het dorp alle stoppen eruit. Een bevriende elektricien draaide bij ons thuis nieuwe stoppen erin. Daardoor hadden wij weer stroom en hoefden we de rest van de oorlog niet in het donker te zitten.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892